Dat investeringen met publiek geld – geld van u dus – weleens de mist in gaan, is onvermijdelijk, stelt NoordZaken-opiniemaker Marco Smit van de Economic Board Groningen.
Door Marco Smit
In 2014 ging ik voor mijn vorige baan in Boston in de VS op bezoek bij de start-up Joule Unlimited. Alleen al vanwege de gelijkenis in naam van een helaas allang wegbezuinigd populairwetenschappelijk tv-programma met Jan Douwe Kroeske is me dit bedrijf altijd bijgebleven.
Megafabriek
Joule claimde dat het een technologie had ontwikkeld waarmee ze met behulp van slechts zon, CO2, water en een genetisch gemodificeerde bacterie zogenaamde biofuels kon produceren.
Het bedrijf trok toponderzoekers en een oud-campagnevoorzitter van Hillary Clinton aan. Het wist bij elkaar tweehonderd miljoen dollar los te peuteren van autofabrikant Audi en een investeringsbedrijf dat verbonden is aan het Massachusetts Institute of Technology. Er waren plannen voor een megafabriek in Mexico.
Alle medewerkers ontslagen
Fast forward: in 2017 werden alle 120 medewerkers ontslagen. Samen met alle plannen is ook de tweehonderd miljoen in rook opgegaan. Goed, zegt u. Dat is jammer voor die werknemers en de investeerders, maar wat hebben wij in Groningen daarmee te maken? Ik denk heel veel.
Ook een tegenslag voor ons
In de eerste plaats omdat we van het gas af willen. En moeten. Hoe graag we het ook willen, we weten nu al dat we in 2030 onze industrie, denk aan de Eemshaven en Delfzijl, nog niet volledig op zon en wind kan draaien. Wetenschappers en bedrijfsleven zullen daarom onverminderd op zoek moeten blijven gaan naar nieuwe oplossingen. Dus als een initiatief als dat van Joule in Amerika niet slaagt, is dat ook een tegenslag voor ons.
Chemie moet vergroenen
Maar ik wil eigenlijk een ander punt maken. Om onze energietransitie te laten slagen en onze industrie niet tegelijk de nek om te draaien, is het van groot belang dat het chemiecluster in Delfzijl vergroent en op zoek gaat naar nieuwe verdienmodellen. Er liggen inmiddels ambitieuze plannen op tafel van industrie en overheid om de klimaatdoelen van Parijs te halen.
Eén van de initiatieven in onze provincie is de Chemport Industry Campus, waar momenteel hard aan wordt gewerkt door bedrijfsleven, universiteit én overheid. Een centrale plek in Delfzijl waar wordt samengewerkt aan innovaties. De Grunneger Joules van de toekomst zeg maar. Een plek waar nieuwe proeffabrieken zullen komen en waar kennis en infrastructuur worden gedeeld. Een plek waar successen zullen worden gehaald, maar waar ook veel dromen zullen sneuvelen. Zoals die van Joule.
Overheid als mede-investeerder
Dromen kosten geld. Innovatie kost geld. En de vergroening van de chemie kost geld. Als particuliere investeerders zoals Audi daar hun nek voor willen uitsteken, is dat prachtig. Maar we zien nu al dat het risico vaak te groot is voor privaat venture capital en dat de overheid als mede-investeerder moet instappen om dit soort investeringen los te trekken. Recente succesvolle investeringen in Avantium en Photanol op het Chemiepark zijn daar een lichtend voorbeeld van.
Mijn vraag is nu wat er gebeurt als enkele van deze proeffabrieken, met daarin soms miljoenen publiek geld, falen? Want ik garandeer u, dat gebeurt. Wat gebeurt er als een technologie niet goed genoeg blijkt, als de markt tegen zit, of als de concurrentie net wat beter of sneller is? Vette koppen in onze media over miljoenen belastinggeld en casino’s? Verontwaardigde oppositiepartijen die andere koppen eisen, namelijk die van bestuurders? En hoofdschuddende kiezers die hun wantrouwen in de politiek bevestigd zien?
Belastinggeld is geen confetti
Uiteraard moeten publieke regionale fondsen, waaronder ook het GROEIfonds van EBG en de fondsen van de provincie, extreem voorzichtig zijn. Uiteraard is belastinggeld geen confetti op een drank overgoten Brabants carnavalsfeest. En uiteraard moeten bestuurders verre blijven van de besluitvorming over individuele investeringen en de afweging laten bij professionals, zoals die van de NOM
No pain, no gain
De energietransitie heeft veel geld nodig. Als de markt dat nog niet aandurft, dan moet publiek geld risicovolle investeringen kunnen aanjagen. Nooit alleen, en altijd samen met private investeerders. En ja, dat gaat een paar keer goed fout. En ja, dat kost veel belastinggeld. Miljoenen. Maar een groene economie komt niet vanzelf. No pain, no gain – no guts no glory. Ik gun Groningen daarom zijn eigen Joule Unlimited, want alleen dan is ons investeringsklimaat rijp voor de energietransitie.